Noem de 3 verdelingen onder het pandrecht.

  • - Vuistpand (art. 3:236 BW): De zaak of het toonder- of orderpapier wordt uit de macht van de pandgever gebracht. Pandhouder krijgt feitelijke macht. 
    - Stil pandrecht (art. 3:237 BW): Object van het pandrecht blijft waar het was en raakt niet uit de macht van de pandgever. 
    - Pandrecht op vorderingen op naam (art. 3:239 BW): Door verpanding van vorderingen van de onderneming heeft de bank zekerheid.

    Rapporteer Plaats commentaar