2. Sociale vaardigheden: interpersoonlijk contact, verantwoordelijkheidsbesef, kunnen inschatten van en weerstand bieden aan negatieve beïnvloeding, zich houden aan geldende regels en wetten, vermijden om terecht te komen in een slachtofferrol
3. Praktische vaardigheden: activiteiten van het dagelijkse leven (ADL), zoals eten, aankleden, lichaamsverzorging etc.