1. onderzoek hoe de persoon attribueert, kijk naar attributiestijl (positief/negatief) en locus of control (intern/extern) 2.oefen met een situatie van die dag, laat alle argumenten benoemen vanuit de gebruikelijke stijl en daarna vanuit de tegenoverliggende stijl 3. denkt de c nu anders over thema's?