Noem alle vereisten van aansprakelijkheid op grond van art 6:162 BW (onrechtmatige daad)

  • 1. De onrechtmatige gedraging: in lid 2 wordt dit omschreven
    A: een inbreuk op een recht: iemand een bloedneus slaan of een kras op een auto zetten (absolute vermogensrechten, zoals eigendomsrecht en persoonlijkheidsrechten, zoals huisvrede en lichamelijke integriteit).
    B. Strijd met een wettelijke plicht: als het om specifieke voorschriften gaat, zoals bestemmingsplannen. De bewijslast van niet-aansprakelijkheid ligt in beginsel op de gedaagde.
    C. Strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. voor de beslissing van een concreet geval kan niet volstaan worden met een toetsing aan algemeen geformuleerde zorgvuldigheidsnormen maar er moet ook vastgesteld kunnen worden dat jegens deze benadeelde onzorgvuldig is gehandeld. Iedereen moet de zorg betrachten die van een zorgvuldig mens verwacht mag worden jegens een ander persoon of goed, of met betrekking tot iemands vermogensbelangen. 
    -Gevaarzetting: kelderluikarrest. In sport en spel situaties: gedragingen in het kader van het spel die buiten de spelsituatie onvoorzichtig en daarom onrechtmatig zouden zijn geweest, binnen de spelsituatie dit karakter niet hoeven te hebben. De te verwachten voorzorgsmaatregelen, met name de waarschuwingsplicht van de terreinbeheerder, is afhankelijk van wat van normale gebruikers verwacht mag worden (HR jetblast I).
    -OSVO: dit soort dingen gebeuren nou eenmaal en als er niet duidelijk van een verwijt kan worden gesproken, er geen aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad moet worden aangenomen. (HR Wendy en Moniek). De bollende voorwaarden zijn voor aansprakelijk wegens zuiver nalaten te onderscheiden:
    concrete kennis van een gevaarlijke situatie, dreiging van ernstig geestelijk of lichamelijk letsel, de mogelijkheid en de noodzaak om daadwerkelijk iets te doen en reële verhouding tussen moeite en kosten van het gevaar. Er wordt niet snel aangenomen dat een zuiver nalaten als onrechtmatig wordt aangemerkt. 
    -Zorgvuldiheidsnormen buiten gevaarzettingssituaties:hinder, beroepsaansprakelijkheid, oneerlijke concurrentie

    2. De toerekenbaarheid: art 162 lid 3
    -Schuld: indien de dader een persoonlijk verwijt treft van zijn onrechtmatige gedrag. Een geestelijke tekortkoming sluit schuld uit, maar niet de toerekening (art 6:165 BW)
    -Krachtens de wet: bijv art 6:165, 6:164 en 6:169 lid 1.
    -De in het verkeer geldende opvattingen: kan gebruikt worden voor die gevallen waarin persoonlijke verwijtbaarheid ontbreekt, terwijl aansprakelijkheid desondanks gewenst is.

    3. Schade: art 6:96 of 6:106 BW

    4. Causaal verband

    5. Relativiteit: art 6:163 BW
    -het gedrag moet onrechtmatig zijn
    -de schade zoals benadeelde die heeft geleden, moet ook onder het beschermingsbereik van de norm vallen. 

    Rapporteer Plaats commentaar