Noem alle fases van Karl Marx in de klassenstrijd.
1. De concentratie en cumulatiefase: De grote fabrieken slokken de kleine fabrieken op. Conclusie: rijken worden rijker. 2.De verellendiging: de arbeids- en leefomstandigheden dalen naar een dieptepunt voor de arbeiders. 3.De Revolutie: De arbeiders komen massaal in opstand met behulp van vakbonden en politieke steun. De arbeiders zouden winnen en de Bourgeoisie word ''uitgeschakeld'' 4.Dictatuur van het proletariaat:-Leiding geven aan de arbeiders -Leren om te delen -Desnoods met geweld! 5.Het Communistische Heilstaat:-Gelijkheid -Algemeen belang -''Einde der Tijden'' Nummers 1 en 2 zijn wel gebeurd Nummers 3, 4 en 5 zijn niet gebeurd