Noem 8 functies van de maag

1. Samentrekken om het eten fijn te malen
   
2. Het zure milieu dood bacteriën en schimmels.
3. Het spijsverteringsenzym pepsine zorgt voor vertering van eiwitten
4. Aan beide kanten van de maag zitten kleppen om te voorkomen dat er maagzuur terugloopt in de slokdarm en die de spijsbrij in kleine porties doorlaat naar de 12vingerige darm
5. De maag is een reservoir om het voedsel op te slaan 
6. In de maag bevindt zich de intrinsic factor die B12 aan zich bindt, zonder deze stof kan B12 de wand van de dunne darm niet passeren.
7. De afscheiding van maagsap (2 liter/24h productie door hormoon gastrine)wordt gestimuleerd door het ruiken of zien van eten.
8. Via de maagportier of kringspier (pylorus) wordt het eten in kleine hoeveelheden doorgelaten naar het duodenum.