1. neutralisatie bacteriële toxines 2. verhinderen hechten virus of bacterie aan gastheercel 3. complement (klassiek) activatie: IgG IgM 4. versterken de fagocytose van bacteriën door fagocyten 5. versterken doding van targetcellen door Nk cellen 6. Mestcel activatie: via IgE, afweer tegen parasieten, wormen 7. verwijderen antigenen uit de circulatie 8. foetale immuniteit: via IgG