Noem 6 voorbeelden van medicijnen in vaste vorm.


    • Tabletten bestaan uit sterk samengeperst poeder en hulpstoffen. 
    • Bruistabletten zijn tabletten die je eerst in water moet oplossen.
    • Dragees zijn tabletten met een hard suikerlaagje eromheen. Dragees mag je niet kauwen of doormidden breken.
    • Capsules bestaan uit een hoesje van twee op elkaar passende delen, die meestal van gelatine zijn gemaakt. Het medicijn zit in korrel- of poedervorm in het hoesje.
    • Zetpillen bestaan uit een gemakkelijk smeltende stof waarin geneesmiddelen zijn verwerkt. Ze worden toegediend via de anus. Het geneesmiddel wordt via de slijmvlieswand van de darmen snel in het bloed opgenomen. Ze worden gebruikt wanneer toediening via de maag onmogelijk is of het middel daardoor onwerkzaam wordt, of voor een plaatselijke werking bij bijvoorbeeld het opwekken van de stoelgang.
    • Vaginaaltabletten worden gebruikt voor aandoeningen in de vagina (lokaal). Met behulp van een applicator worden de tabletten hoog in de schede ingebracht.

    Rapporteer Plaats commentaar