Noem 6 soorten frisdrank.

    1. Vruchtenlimonade: vruchtensap, water, suiker en meestal ook koolzuurgas (sinas, cassis).
    2. Limonade met vruchten- of plantenextract: cola, tonic (bevat kinine) en up-dranken met citroen of lime.
    3. Limonade: water, suiker, organische zuren, geur- en/of smaakstoffen en eventueel kleurstoffen. Een limonade met koolzuurgas heeft limonadegazeuse.
    4. Light-frisdranken: suikervrije of weinig suiker bevattende, koolzuurhoudende dranken. Meestal wordt aspartaam toegevoegd.
    5. Sportdranken: twee soorten:
      - Isotone dranken: concentratie suikers en zouten is gelijk aan die van het bloed.
      - Hypotone dranken: concentratie suikers en zouten is lager zodat ook het water snel in het lichaam wordt opgenomen.
    6. Pepdranken: bevatten veel cafeine.

    Rapporteer Plaats commentaar