Noem 6 soorten diermodellen.


    • (genetische) selectie (bv. voor angst, agressie)
    • spontane mutaties (bv. Reeler muizen voor autisme)
    • genetische modificatie (bv. voor familiaire vormen van Alzheimer)
    • gebruik van toxines (bv. 6-hydroxydopamine voor Parkinson)
    • aanbrengen van lesies (bv. door zuurstofgebruik voor ischemie)
    • opleggen van specifieke levensomstandigheden (bv. trauma voor PTSS)

    Rapporteer Plaats commentaar