verminderde voedselinname door een verminderde eetlust of misselijkheid.
moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of vertering.
psychologische problemen, zoals angst, depressie, verdriet. Iemand heeft dan geen zin meer in eten. Een gevolg is het overslaan van maaltijden of kleinere porties nemen.
sociale factoren, zoals eenzaamheid, geen mogelijkheid om eten te kopen of bereiden.