1 Oriënterend: Snel bepalen of de tekst voor jou bruikbaar is. 2Globaal: Deelonderwerpen vaststellen. 3Intensief: De tekst helemaal goed begrijpen. 4Zoekend: Bruikbare informatie vinden. 5 Kritisch: De betrouwbaarheid van de informatie en de argumentatie beoordelen. 6Studerend: De inhoud van de tekst onthouden.