Noem 5  voorlopers van het Behaviorisme en geef kort hun kenmerk(en) aan.

1. Ebbinghaus.  Aanhanger associatieleer (principes van continguïteit, gelijkheid, contrast). Bekend geworden door zijn experimentele geheugenonderzoek (vergeetcurve). Principes Ebbnghaus m.b.t. memoriseren:  let op betekenis van wat geleerd moet worden (eventueel ezelsbruggetje toepassen),  hardop herhalen en visuele voorstellingen gebruiken, memoriseren goed plannen aanvankelijk dikwijls herhalen daarna met grotere tussenpauzes in de tijd,  vaak herhalen in korte tijd is beter dan herhalen doorzetten gedurende een heel uur.
2. Herbart.  Apperceptie en interesse.
3. Pavlov.  Klassieke conditionering
4. Thorndike.  Connectionisme: aandacht voor de gevolgen van het gedrag. Verschillende 'laws':  effect, readiness, exercise en assocciative shifting.
5. Watson: 'alle leren kan teruggebracht worden tot geconditioneerde reflexen/responsen'.