a. Persoonlijke gebeurtenissen,
in de hippocampus. Beschadiging aan de hippocampus -> Alzheimer en kan genetisch of oorzaak. Jonge kinderen – te hoge dosis zuurstof gekregen.
2. Het semantische geheugen
a. Geheugen voor feiten, namen
en data -> temporale kwab
3. Het procedurele geheugen
a. Motorische vaardigheden
aanleren, onthouden en automatiseren. -> Parkinson
4. Het prospectieve geheugen
a. Iets herinneren wat je in de
toekomst moet doen-> prefrontale schors
5. Het werkgeheugen
a. Het houdt informatie kort in
ons hoofd -> prefrontale schors. Het
heeft drie functies:
i. Het kan tijdelijk enige
auditieve informatie vasthouden.
ii. Het heeft een soort
schetsblok, waarmee visuele en ruimtelijk informatie tijdelijk kan worden
opgeslagen en bewerkt.
iii. Het heeft een uitvoerende
centrale, die de eerste twee functie coördineert.