1. Hypothecaire obligatie: onderneming waarborgt de terugbetaling middels onderpand via hypotheek op onroerend goed. 2. Winstdelende obligatie: onderneming keert winst uit naast overeengekomen vaste rente. 3. Inkomstenobligatie: onderneming keert winst uit naast overeengekomen vaste rente, maar alleen als de winst dit toelaat. 4. Kapitaalobligatie: achtergestelde obligaties, voornamelijk uitgegeven door banken. 5. Converteerbare obligatie: lening die omgezet kan worden in een aandeel tijdens een vastgestelde periode (conversieperiode) tegen een vastgestelde koers (conversiekoers). Vreemd vermogen wordt dus eigen vermogen.