Noem 5 organisatiekundige stromingen en belangrijkste kenmerk

• het Scientific management (o.a.Taylor): probeert de onzekerheden uit de omgeving te beheersen door ze feitelijk te internaliseren. Voorbeeld de zogenaamde company Towns bij Tata Steel:http://www.economist.com/blogs/schumpeter/2011/01/company_towns modern (zie ook leerboek); ook andere voorbeelden zijn mogelijk zoals de automobielindustrie die toeleveringsbedrijven zo dicht mogelijk bij de eigen fabriek aantrekt en deze zelfs onderdeel laat uitmaken van de productieband
• De contingentietheorie (o.a. Donaldson, Lawrence & Lorsch, Child): kenmerken van de omgeving bepalen de manier van organiseren. Voorbeeld:in de zuivere vorm is het lastig om een goed voorbeeld te vinden. Belangrijkste kritiek: de rol van de culturele en maatschappelijke context en de rol van debesluitvormer(cultuur en macht) worden in deze benadering onderbelicht.
• Institutionele perspectief (Di Maggio & Powell, 1983): gedeelde opvattingen die in de bedrijfstak, sector of de maatschappij over organiseren bestaan, bepaalt de manier waarop de organisatie wordt ingericht. Een bekend voorbeeld is de zelfsturing in de zorgsector of de invoering van HNW in de banksector. Toch heeft ook deze benadering nadelen omdat ze voorbijgaat aan de tegenstrijdigheden die zitten in de institutionele omgeving van de organisatie.
• Machts- en afhankelijkheidstheorie of power dependence theory (Pfeffer & Salancik,1978): de nadruk ligt op het beheersen op de afhankelijkheid van zijn de omgeving. Voorbeeld: bedrijven die winstmaximalisatie nastreven en vooral gericht zijn op het tevreden houden van de aandeelhouders.
• Evolutionaire benadering: de rol van ongeplande verandering en de selectie door de omgeving; dit bepaalt of organisaties al dan niet blijven bestaan; organisaties die zich niet aanpassen, sterven van zelf uit. In de populatie-ecologie theorie van Hannan en Freeman wordt dit uitgewerkt. Kritiek of nadeel: deze theorie gaat er van strategievorming geen zin heeft
• Strategie en structuur: hier gaat het om de wisselwerking tussen de omgeving en de organisatie; niet enkel de omgeving bepaalt hoe een organisatie is ingericht maar ook waar de organisatie heen wil en hoe men dit denkt te bereiken is bepalend. In feite probeert de organisatie de omgeving naar haar hand te zetten. Een mooi voorbeeld hiervan is Apple.