Noem 4 voorbeelden van neurotransmitters en hun functie.
Adrenaline: verhoogt de alertheid, geeft meer energie en komt in grote hoeveelheden vrij bij angst en stress.
Serotine: leidt tot opwinding en heeft invloed op stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, seksuele activiteit, eetlust en de verwerking van pijnprikkels.
Dopamine: geeft een gevoel van genot na beloning en blijkt een gunstige uitwerking te hebben op cognitieve prestaties.
Oxitocine: boodschapper van affectie, gulheid, rust, vertrouwen en gebondenheid, onderdrukt angst.