Noem 4 voorbeelden van een context. 

    • fysieke locatie (beschrijving van een school, de status van een gebouw, kleur van de muren in de klas, het geluid vanuit de hal etc.)
    • historische context van de individuen in de groep (ervaring met onderdrukking en overheersing, nieuwkomers die enthousiast zijn over hun  nieuwe land)
    • sociale condities (band opbouwen met iemand, status door professie, inkomen, geografische mobiliteit)
    • economische condities (inkomensniveau, werkklasse, het financiële systeem dat mensen onder of boven de armgrens houden)

    Rapporteer Plaats commentaar