Noem 4 soorten threats (bedreigingen) en beschrijf deze.
1) Interception (onderschepping): iemand die geen toegang tot een asset (deel v/e (computer)systeem) zou moeten hebben, krijgt er toch toegang toe 2) Interruption (onderbreking): wanneer een asset verdwenen, niet bereikbaar of onbruikbaar is 3) Modification (wijziging): wanneer iemand een asset wijzigt of saboteert 4) Fabrication (productie): een onbevoegde partij maakt een object op een systeem na of verzint een nieuw object