1. INTERVIEW +Onderzoeker stelt relevante vragen. Geschikt voor achterhalen van meningen, motieven en perspectief geïnterviewden - Zeggen niet Doen: Gedrag niet hetzelfde als mening. Wat verzwijgen geïnterviewden?
2.DOSSIERANALYSE +Geen invloed onderzoek op materiaal. Kost relatief weinig tijd en overlast; grote aantallen -Afhankelijk van gegevens in dossier: welke gegevens ontbreken Betrouwbaarheid?
3.OBSERVATIE +Onderzoeker neemt zelf waar wat er gebeurt. Geschikt voor vaststellen van Zichtbaar gedrag -Onderzoeker is niet overal bij. Meningen en motieven niet altijd zichtbaar
4.FICTIEVE GEVALLEN +Onderzoeker kan gevallen naar wens samenstellen Zelfde geval voorleggen aan veel mensen -Kunstmatige situatie (welke invloed heeft dat op handelen en oordeel?)