Daling van de omvang van de beroepsbevolking (vergrijzing en daling aantal schoolverlaters)
Toename van de vraag naar arbeidskrachten (door aantrekkende economie --> toename bestedingen --> toename productie --> groter dan toename APT? Dan meer arbeidskrachten nodig)
Verschillen in scholing en vaardigheden tussen vraag en aanbod (bijv. door onjuiste scholing / geringe mobiliteit)