Noem 3 problematische veronderstellingen uit Devlin's betoog.

1. Hij veronderstelt dat er 1 gezamenlijke moraal is.
2. Zonder deze moraal kan de samenleving niet bestaan.
3. Die moraal is gebaseerd op de redelijkheid, een verstandig, weldenkend mens. 

Problematisch aan alledrie deze stellingen is dat het maar zeer de vraag is of er wel zulke uniformiteit bestaat van moraal (zijn moraal is duidelijk de mijne niet), noch is bewezen dat de samenleving uiteenvalt of ophoudt te bestaan bij aantasting van zijn begrip van goede zeden (heden nochtans niet), en de pluriformiteit van opvattingen en redelijkheid maken dat er niet 1 meetbaar verstandig uitgangspunt is over wat zoiets persoonlijks als moraal/politiek/seksualiteit/smaak te noemen is.