Noem 3 of meer reflex- en regulatiecentra in de hersenstam.
Pupilreflex: sluiten van de pupillen bij veel licht en openen bij weinig licht. Hoestreflex: hoesten bij prikkeling van de luchtpijp en bronchiën. Braakreflex: bij overprikkeling van de maag. Hartregulatie: aanpassen van hartkracht en hartfrequentie aan de behoeft vh lichaam Ademregulatie: aanpassen van de ademsnelheid en ademdiepte aan de behoeft van het lichaam.
Pupilreflex: sluiten van de pupillen bij veel licht en openen bij weinig licht. Hoestreflex: hoesten bij prikkeling van de luchtpijp en bronchiën. Braakreflex: bij overprikkeling van de maag. Hartregulatie: aanpassen van hartkracht en hartfrequentie aan de behoeft vh lichaam Ademregulatie: aanpassen van de ademsnelheid en ademdiepte aan de behoeft van het lichaam.