Noem 3 kenmerken van het stelsel van arbeidsverhoudingen na de de tweede wereldoorlog
1. centralistische besluitvorming - beslissingen werden van bovenaf genomen - centralistisch karakter kwam vooral tot uiting in het proces van arbeidsvoorwaardenvorming; overleg en onderhandelingen werden vooral op centraal (landelijk, bedrijfstak) niveau gevoerd - sociale organisaties betrokken de WN en WG bij de beleidsvorming en uitvoering (een corporatische vormgeving dus) - overheidsinvloed op het economische proces was het credo van nieuwe economische inzichten : keynesianisme > stond recht tegenover het liberalisme >hoogtepunt in deze tijd van overheidsingrijpen van de geleide loonpolitiek
2. hoge mate van institiutionalisering en overleg op verschillende niveaus - regels en structuren opgezet rond arbeid om conflicten te voorkomen en samenwerking te bevorderen. Door wetgeving en afspraken over overleg en AV - overlegorganen
3. Collectivistische en uniformistische regelgeving, waaronder sterk sturende wetgeving - had te maken met de beroerde situatie van de bevolking direct na de oorlog - loonclassificatie : er golden sociale minima terwijl loonverschillen in schema's werden ondergebracht - de overheid hield strak de hand aan loonsveranderingen. Rechtvaardige, solidaire verdeling van de inkomens, ook via sociale zekerheid werd noodzakelijk gezien om stabiliteit te creeeren - veel werd vastgelegd in relatief dwingende wetgeving