Noem 2 soorten complicaties en subcomplicaties of belemmeringen binnen de uitvoeringsfase.

1. Innerlijke complicaties/belemmeringen:
- weerstand tegen behandeling
- overdracht (cliënt schrijft oude gevoelens toe aan therapeut)
- tegenoverdracht (gedachten/gevoelens die hulpverlener t.o.v. cliënt koestert)
* subjectieve tegenoverdracht; reactie van hulpverlener komt voort uit eigen frustraties en onvervulde behoeften
* objectieve tegenoverdracht; reactie van hulpverlener is realistische/natuurlijke reactie op cliënt en diens probleem

2. Overige complicaties/belemmeringen:
- nieuwe problemen die boven tafel komen
- interventie heeft niet gewenste resultaat
- conflicten tussen betrokkenen (belang/standpunt)
- communicatieproblemen tussen hulpverleners (betrokkenen of bij overdracht)