Noem 2 redeneerwijzen van de rechter en geef aan wat daaronder wordt verstaan.

  • A-contrario-redenering
    Hier gaat de rechter ervan uit dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is, omdat die regel uitsluitend geschreven is voor de gevallen die uitdrukkelijk in die regel worden genoemd

    Redenering naar analogie
    Wil de rechter bij toepassing van de a-contratioredenering de werking van en rechtsregel niet uitbreiden, bij de methode doet hij dat juist wel. Bij deze redenering stelt de rechter zich op het standpunt dat een bepaalde kwestie (die niet wettelijk geregeld is) zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat die laatste regel ook van toepassing wordt verklaard op de niet geregelde kwestie

    Rapporteer Plaats commentaar
  • 1) Redenering naar analogie: De rechter redeneert dan dat een bepaalde, niet bij de wet geregelde, kwestie zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat hij deze kwestie ook van toepassing acht op de in de wet geregelde kwestie.

    2) A-contrario redenering: De rechter redeneert dan dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is omdat de regel uitsluitend geschreven is voor de gevallen die in deze regel voorkomen.

    Rapporteer Plaats commentaar