Noem 2 overeenkomsten tussen de drie verschillende manieren waarop het begrip 'feodaal' of 'feodaliteit' door voornoemde historici is gebruikt

  • 1: de zeer gelimiteerde macht van de vorst op het lokale niveau.
    Ganshof zag feodo-vazallitische verhoudingen als een soort vervanging van sterk centraal gezag. Bloch en Duby benadrukken de grote mate van autonomie van lokale heren, demacht die zij zonder vorstelijke inmenging hadden over de boeren.
    2: In alle drie de betekenissen speelt de Karolingische periode een cruciale rol.
    Voor Ganshof is dit de periode waarin feodaliteit vorm krijgt, maar de klassieke periode van de feodaliteit ziet hij in de periode na het wegvallen van de Karolingers.
    Ook Bloch en Duby zien een fundamentele verandering na het verdwijnen van de Karolingische heerschappij. Pas toen kwam in hun ogen de feodaliteit tot zijn volle ontplooiing.

    Rapporteer Plaats commentaar