Noem 10 diagnostische hulpprogramma's

    1. Ping          Voor het testen van de verbinding, door het verzenden van kleine pakketjes.
    2. Tracert      Stelt vast via welke weg de overdracht plaatsvindt.
    3. Route         Voor het bewerken van de netwerk routing tabellen.
    4. NetStat       Weergave van de status en de verbingen via NetBios.
    5. NBTStat      Weergave van de status en de verbindingen via NetBios.
    6. HostName  Geeft de naam van de huidige server weer, is echter niet te wijzigen.
    7. FINGER        Verschaft de systeeminformatie van een ver verwijderde computer.
    8. ARP               Weergeven en wijzingen van de conversietabel van IP adressen.
    9. IPConfig        Toont de huidige configuratie
    10. LPQ                Toont de status van een printerwachtrij.

    Rapporteer Plaats commentaar