Noem 10 communicatietips in het omgaan met anderstaligen:

  • 1.   Gebruik zo min mogelijk vaktaal. Bv. ipv kuur afmaken: doorgaan tot het helemaal op is. 
    2.   Wees concreet en expliciet mogelijk. (Vermijd woorden als "zo nodig") 
    3.   Laat zoveel mogelijk zien wat u bedoelt. (Doe dingen voor, bv schudden)
    4.   Benadruk belangrijke informatie. Bv. bij dosis: TWEE tabletten pd (2 vingers opsteken)
    5.   Blijf correct Nederlands spreken. 
    6.   Deel informatie met pauzes op in kleine stukken. (info is eenvoudiger te verwerken) 
    7.   Spreek niet te snel, te hard of te veel. (verhoogt het begrip van de ander)
    8.   Let goed op non-verbaal gedrag als gezichtsuitdrukking, houding en intonatie. 
    9.   Controleer. (Stel vragen om het begrip te controleren, of geef een samenvatting)
    10. Spreek de patiënt altijd aan met "u". (spreek niet betuttelend)   

    Je kunt eventueel gebruik maken van de tolkentelefoon (24 uur bereikbaar) of geef een folder of bijsluiter mee, die iemand misschien kan vertalen voor de patiënt.

    Rapporteer Plaats commentaar