Nodig zijn daartoe: de aanvullende opleiding groepspsychotherapie, een zorgvuldige indicatiestelling, continuïteit en een consistente werkwijze.

Thema's: belevings- of ervaringswereld van de groepsleden en hun gevoelend, emoties en affecten, met de daaraan verbonden herinneringen, overtuigingen en verwachtingen. Er wordt veel aandacht besteed aan interpersoonlijke relaties en interacties tussen groepsleden onderling, de relatie van hen met de therapeut en de relatie van hen met de groep als geheel.

De interventies van de therapeut zijn erop gericht het functioneren van de groep in goede banen te leiden, een 'dirigent' (Foulkes), een 'machinist met een oliekan die af en toe afdaalt naar de machinekamer' (Yalom). Een groepstherapeut heeft 'interpretatief leiderschap', kiest ervoor om geen centrale plaats in te nemen, al heeft hij die wel voor de groepsleden.

'Als de therapeut zorgt voor de groep, zorgt de groep voor de individuele leden.' Een cohesieve therapiegroep met een goed groepsklimaat is een essentieel therapeutisch ingrediënt.

Werkwijze: psychodynamisch vis-à-vis-therapie of een steunend-ontdekkende psychotherapie. Een variant op Blakes 'fourfold vision': de therapeut streeft naar aandacht schenken aan wat zich afspeelt: 1. in de groep, 2. bij individuele groepsleden, 3. in de interacties tussen de groepsleden, 4. aan wat er zich bij hemzelf afspeelt. Hij zorgt voor voldoende reflectie en streeft ernaar dat een groep veiligheid en geborgenheid biedt.

Rapporteer Plaats commentaar