Noch in de Gw, noch in de Awb zijn algemene bepalingen over attributie van bestuursbevoegdheden opgenomen. In de Gw vindt wel attributie plaats, maar er zijn geen algemene bepalingen over opgenomen. In de Awb staan dergelijke bepalingen ook niet. In vierde tranche van Awb zijn wel bepalingen over attributie opgenomen. 

Delegatie en mandaat zijn in Awb geregeld in Hoofdstuk 10, bepalingen over bestuursorganen.

Mandataris handelt uit naam van mandaatgever. Delegataris handelt uit eigen naam. 

Mandataris is niet in rechte aan te spreken op door hem binnen grenzen van verleende mandaat genomen beslissing; dat is mandaatgever. De delegataris is wel in rechte aan te spreken op de door hem genomen beslissing, maar delegans niet. Dus bij mandaat is mandans verweerder, maar bij delegatie de delegataris. 

Mandaatverlening is toegestaan, tenzij wettelijk voorschrift of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Delegatie is slechts toegestaan indien een wettelijk voorschrift dat bepaalt. 

Zowel de mandataris als de delegataris moeten de mandans dan wel delegans inlichtingen verschaffen.

De mandaatgever blijft bevoegd zelf de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen. De delegans raakt de gedelegeerde bevoegdheid echt kwijt.

De mandaatgever kan per concreet geval aanwijzingen geven voor gebruik van de gemandateerde bevoegdheid door de mandataris. De delegans kan slechts in het algemeen beleidsregels geven voor het gebruik van de gedelegeerde bevoegdheid door de delegataris. 

Mandaat en delegatie kunnen beide te allen tijde worden ingetrokken.

Rapporteer Plaats commentaar