NL is gedecentraliseerde eenheidsstaat. Naast centrale overheid (Staat, met als belangrijkste organen de formele wetgever en de regering) bestaan er openbare lichamen, waarvan de organen over ruime en tamelijk open publiekrechtelijke bevoegdheden beschikken. De belangrijkste openbare lichamen zijn provincies, gemeenten en waterschappen. Provincies, gemeenten en waterschappen zijn zelfstandige rechtsgemeenschappen met gekozen organen, eigen rechtspersoonlijkheid, eigen inkomen en eigen publieke taken. In bevoegdheden (van besturen) van provincies en gemeenten kan belangrijke tweedeling worden gemaakt. Krachtens art. 124 lid 1 Gw wordt voor provincies en gemeenten de bevoegdheid tot regeling en bestuur inz. hun huishouding aan hun besturen overgelaten. Men spreekt dan wel over autonome bevoegdheden van provincie en gemeente. Die autonome bevoegdheid impliceert o.m. dat prov. staten en gemeenteraden verordeningen kunnen maken op het terrein van hun huishouding. Gaat hier o.m. om gemeentelijke belastingverordeningen en regels op het terrein van de openbare orde, die zijn opgenomen in algemene plaatselijke verordeningen. In deze autonome verordeningen kunnen autonome beschikkingsbevoegdheden zijn geattribueerd aan het dagelijks bestuur van de gemeente. Bijv. bevoegdheid standplaatsvergunning te verlenen.

Rapporteer Plaats commentaar