Een geldig tot stand gekomen beëindigingsovereenkomst kan worden vernietigd indien één der partijen bij het afsluiten van die beëindigingsovereenkomst heeft gehandeld onder invloed van een wilsgebrek, te kennen bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden (art. 3:44 BW) en dwaling (art. 6:228 BW).

Rapporteer Plaats commentaar