Naast onderscheid tussen incrementele en discontinue verandering, kun je ook onderscheidt maken tussen reactive en anticipative change. Dit onderscheidt richt zich op welke manier de verandering gericht is op de externe omgeving.
Door deze 2 vormen van onderscheid ontstaat een matrix met vier categoriëen: (blz. 87)

• Fine-tuning: incrementele veranderingen die anticiperen op de externe omgeving. Het zijn kleinschalige veranderingen die voor een betere fit met de externe omgeving zorgen. (First-order)
• Adaptation: incrementele veranderingen die reageren op veranderingen van andere organisaties (concurrenten). (First-order)
• Reorientation: anticiperend en discontinue. Het gaat bij reorientation over "frame bending", grote aanpassingen in de organisatie waar bij je doorbouwt op sterktes en geschiedenis. (Second-order)
• Re-creation: reactief en discontinue. Bij re-creation hoort het begrip "frame-breaking", de organizatie maakt een grote omwenteling waarbij het breekt met de huidige praktijken/richtingen.