n. Welke mechanismen zorgen ervoor dat de ene persoon meer de analytische intelligentie heeft dan de andere persoon?
1. fysiologische verschillen, in het bijzonder m.b.t. de synaptische verbindingen en myelinisatie van de axonen 2. capaciteit v.h. werkgeheugen 3. belang van metacognitie: weten welke verwerkingsprocessen men moet toepassen in welke situaties