Men dient rekening te houden met normale fouten van anderen.

In sommige situaties is het te verachten dat  men de bocht afsnijdt. Dit is bijv. het geval bij smalle straten, lange voertuigen. De vraag of een kruising afgeronde trotoirhoeken heeft kan hierbij van belang zijn.

Art. 3, 14, 15 lid 1 en 17 lid 1 sub b RVV zijn hierbij van belang.


Art. 3 RVV:
Lid 1: Bestuurders moeten zoveel mogelijk rechts houden.
Lid 2: Fietsers mogen met zijn 2en naast elkaar rijden. Bromfietsers niet.

Art. 14 RVV:
Bestuurders mogen een kruispunt niet blokkeren.

Art. 15 RVV:
Lid 1:Op een kruispunt heeft rechts voorrang

Art. 17 RVV:
Lid 1: Bestuurders die afslaan mogen voorsorteren:
sub b: Indien zij naar links afslaan, moeten zij tegen de wegas rijden. Of bij éénrichtingsverkeer zoveel mogelijk links houden.