- Karel de Grote kon lezen, maar kon niet schrijven. Zijn adviseurs konden dat wel en daardoor kon Karel wetten uitvaardigen die in zijn hele rijk moesten worden nageleefd. 
- Er was geen geordend bestuur omdat er slechts weinigen konden lezen en schrijven. Zo was een bestuur volgens geschreven wetten niet mogelijk. 
- Er was geen geld om belasting te heffen om militairen en bestuurders te betalen of om wegen aan te leggen en te onderhouden.

Rapporteer Plaats commentaar