Kamers hebben wel degelijk invloed op bestuur van regering:
geven financiële kaders aan en controleren de regering.
2.1 Ministeriële verantwoordelijkheid
ministeriële verantwoordelijkheid is de verantwoordelijkheid van al het doen en nalaten dat de minister kan worden toegerekend.
- Art 42 lid 2 Gw: koning is onschendbaar en ministers zijn verantwoordelijk voor hem.
- aan de minister hiërarchisch ondergeschikte ambtenaren
- overeenkomsten die minister is aangegaan
*minister is in verminderde mate verantwoordelijk voor ZBO's
*ze hebben ten allen tijde de verplichting om verantwoording af te leggen wanneer het parlement daarom vraagt.
*verbandvertrouwensregel en ministeriële verantwoordelijkheid
de vertrouwensregel is een soort sanctiemaatregel om ervoor te zorgen dat de ministers het afleggen van verantwoording serieus nemen. Doen ze dit niet, dan kan de kamer besluiten om een motie van wantrouwen in te dienen.
2.2 Verantwoordingsplicht en het inlichtingennet
art 68 Gw: ministers en staatssecretarissen moeten de Kamers van informatie voorzien die door één of meerdere leden wordt verlangd.
--> grondslag inlichtingenplicht
2e kamer --> vragen stellen aan ministers via
*mondeling vragenrecht (art 136 RvOTK) -- elke dinsdag
*schriftelijk vragenrecht (art 134 en 135 RvOTK) -- enkele weken tot reactie
*interpellatie (art 133) -- wanneer >30 leden van TK instemmen, om te voorkomen dat het over een onbelangrijk thema gaat
*spoeddebat (art 54 a) --
1e kamer --> vragen stellen aan ministers via art 139 en 140 RvOEK
* schriftelijke vragen
* interpellatie
Verschoningsrecht van de regering: inlichtingen die in strijd zijn met het belang van de staat worden niet gegeven --> dit bepaalt de minister
(het gaat dan bv om inlichtingen van AIVD: algeme inlichtingen en veiligheidsdienst/ privacygevoelige informatie)
1e en 2e kamer : recht van parlementaire enquête art 70. Gw
*uitgevoerd door een speciale commissie van Kamerleden
*bevoegd om getuigen en deskundigen op te roepen(art 9 Wpe2008)
2.3 Parlementaire betrokkenheid ten aanzien van de financiën
stellen van financiële kaders
*De begrotingsvoorstellen van de regering op Prinsjesdag moeten worden goedgekeurd door de TK en de EK (art. 105 Gw)
*parlement kan achteraf controleren of aan deze begroting is gehouden
de ministers hebben dus ook een financiële ministeriële verantwoordelijkheid: ze presenteren jaarlijks de jaarrekeningen en jaarverslagen waaruit blijkt of ze zich aan de begroting hebben gehouden en wat er terecht is gekomen van hun geplande activiteiten.
De jaarrekeningen worden voordat ze aan de kamers worden geshowd door de Rekenkamer gecontroleerd (105 lid 3 en 78 Gw en Comptabiliteitswet)
2.4 Machtenscheiding en 'checks and balances': het parlementaire stelsel
Het samenstel van bestuursbevoegdheden van de regering en de invloed van het parlement daarop wordt ook wel het parlementaire stelsel genoemd.
Het geeft de nederlandse regeringsvorm aan: In nederland is de regering in sterke mate afhankelijk van samenwerking met het parlement.
vertrouwensregel: parlement moet vertrouwen hebben in regering.
Ook ministeriële verantwoordelijkheid en het begrotingsrecht zijn binnen het stelsel van Checks and balances van groot belang omdat dit middelen zijn waarmee het parlement de regering inhoudelijk kan bijsturen.
presidentieel stelsel: geen vertrouwensregel

Rapporteer Plaats commentaar