In de Arduino zitten micro controllers die werken met input en output. Input is de verworven informatie, output de informatie waarmee een actie uitgevoerd wordt.
Voorbeelden van input zijn een switch of een sensor.
Voorbeelden voor output zijn een computer of een motor, in principe iedere object die we willen interacteren.

Onder input en output categoriseren we digitaal en analoog. Digitaal is binair, is discreet en niet oneindig, toestand namelijk 1 of 0, voorbeeld is de switch. Bij analoog is het oneindig, kan een oneindige nummer van waardes hebben, voorbeeld hiervan is de sensor.

Rapporteer Plaats commentaar