hst 7: welke drietal soorten van verband tussen stoornis en delict  zijn er te onderscheiden?

  • 1. het gelijktijdigheidsverband: de stoornis deed zich voor ten tijde van het plegen van het feit. zonder dit verband is er geen sprake van verminderde toerekeningsvatbaarheid.

    2. het betekenisverband: de stoornis is van betekenis geweest op de gedragskeuzemogelijkheden ten tijde vanher plegen van het feit. er is een cognitief en een voluntatief verband. het eerste wil zeggen dat de stoornis een invaliderend effect heef t voor de kennende functies en daarmee ook voor het vermogen om op basis van die functies voldoende adequaat te kunnen handelen. het tweede legt meer een accent op de invloed van een stoornis op functies die te maken hebben met het willen en vanuit dat vermogen gedrag te reguleren. 

    3. het direct causale verband: het delict is direct veroorzaakt door de stoornis.

    Rapporteer Plaats commentaar