hst 6: de praktijk van (on)toerekeningsvatbaar (4 stappen)

  • ten eerste moet er een stoornis zijn van zekere ernst. een te geringe stoornis komt niet in aanmerking.
    een tweede punt is dat de stoornis invloed moet hebben op het vermogen de wil in vrijheid te bepalen ofwel het inzicht in de wederrechtelijkheid van het feit.
    een derde punt is een materieel aspect: er moet een relatie zijn met het feit zelf.
    een vierde punt is de vraag welk moment in de aanloop tot het delict bepalend is voor de bepaling van het advies inzake de toerekeningsvatbaarheid

    Rapporteer Plaats commentaar