Hoofdstuk 2,3 en 4 gaan over de drie belangrijkste typen van esthetische theorie waarin verschillende kenmerken van kunst worden onderscheiden: imitatie, expressie en vorm.
Hoofdstuk 5 gaat over dat alle esthetische objecten gaan over de kwaliteit van schoonheid, dus niet over imitatie, vorm of expressie, samen met de relevantie van alle vier types theorie over natuurlijke schoonheid.
In het tweede deel van dit hoofdstuk gaat het over de aard van de esthetische schoonheid en hoe dit benaderd kan worden/wordt.
Dit leidt tot meer specifieke vragen die behandeld worden in hoofdstuk 6 en 9.
Het boek is een algemene introductie tot esthetiek, maar de focus ligt op esthetiek in relatie tot literatuur.
De tweede helft van het boek concentreert zich op literatuur, hoewel er ook wat aandacht wordt gegeven aan andere vormen van kunst.
Hoofdstuk 6 en 7 bespreken kritische oordelen. Specifieke aandacht wordt gegeven aan de relatie tussen interpretatie en evaluatie van een kunstwerk.
Hoofdstuk 9 beschouwt de relatie tussen kunt en moraliteit en specifiek of kunst een moreel effect heeft op haar publiek.
De scheiding tussen verschillende takken van de filosofie zijn niet heel uitgesproken. Esthetiek zal hier deels overlappen met de filosofie van geest en de moraalfilosofie.