Hoe zat het dan met de meer verlichte heidenen in de regering? De Romeinse staatreligie had niets persoonlijks of individueel. De Romeinen hadden een emotioneel gevoel voor de Romeinse religie als de ius divinum, het fundament van de staat. Bekrachtig door auctoritas maiorum het dwangmatige van de voorouder traditie. Religie was met name een instriment voor de overheid om de macht in handen te houden. De religie was een stukje van het Romeinse leven, Romeinse grootheid en dat zorgde voor de breidwilligheid om het te beschermen op dat de voorouderlijke tradities bewaard konden blijven.

Rapporteer Plaats commentaar