=> van goyen gebruikt landschappelijke motieven en figuren, het raffinement waarmee dit gebeurt is nieuw, om ruimtelijke effecten te bereiken

=> voor het creeren van diepte en weidsheid gebruikt hij landschappelijke motieven met een herkenbare maat, bomen en menselijke figuren, zowel groot op de voorgrond als klein op de achtergrond, en plaatst hij deze dicht bij elkaar in het beeldvlak. Hierdoor kan de ruimtelijke dimensie van het landschap direct afgelezen worden aan de proportionele verkleining van het ene ten opzichte van het andere motief
=> de suggestie van ruimtelijkheid wort nog vergroot doordat van Goyen een contrastwerking heeft aangebracht tussen, aan de ene kant van de compositie, een groot motief op de voorgrond (boom, bouwwerk) dat de ruimte daarachter afschermt en aan de andere kant, een verschiet waar de blik naar de verte kan dwalen.

=> ook de kleurgeving is afgestemd op het suggereren van een overtuigende ruimtewerking; op de voorgrond zijn er nog vrij veel, relatief bonte kleuraccenten maar naar achteren toe vloeien deze kleuren meer ineen om tegen de horizon in 1 grijsblauwe tonaliteit op te gaan