Grote aandacht voor het expliciet en zeer operationeel (concreet en observeerbaar) formuleren van leerdoelen. Voor Skinner werden leerdoelen eerder in termen van leerstof, kennisinhouden beschreven (kritiek Herbart). Concrete gedragsdoelen zijn uitgangspunt geworden (de leerlingen kunnen….). De taxonomie van De Block (1973) van leerdoelen is veel gebruikt voor de gestructureerde uitwerking van leerplannen. Er worden drie dimensies onderscheiden (inhoud, gedrag en transfer). De meest gebruikte taxonomie van nu is die van Bloom herzien door Kratwohl en Anderson; twee dimensies (inhoud en gedrag); omslachtig om elk leerdoel te expliciteren, maar denk aan meta-analyse van Hattie (2009) die significante impact hiervan aantoonde; (denk ook aan ‘klassieke’ studie van Locke – goal setting and task performance). Een taxonomie heeft als centraal kenmerk dat de relatie tussen de opeenvolgende categorieën hiërarchisch is. Dit betekent dat de onderliggende categorie voldoende moet zijn voordat de categorie van het volgende niveau betekenisvol ontwikkeld kan worden;

Gedragsdimensie:

Inhoudsdimensie:

Creëren

Metacognitie

Evalueren

Procedures

Analyseren

Concepten

Toepassen

feiten

Begrijpen

herinneren

Gedragsdimensie: Je kan pas vragen een bewerking toe te passen wanneer deze bewerking inzichtelijk is opgebouwd en voldoende geautomatiseerd.

Inhoudsdimensie: lagere inhoudscategorieen moeten in voldoende mate aanwezig zijn om de hogere inhoudscategorieen te kunnen garanderen

Gereviseerde versie van taxonomie Bloom gaat verder dan behaviorisme; evolueren; eclectisch karakter krijgen; oude ideeën weer modern.

Rapporteer Plaats commentaar