goederenstroom: de stroom die de goederen nemen bij het productie proces.
primair proces: het omzettingsproces is de kern van de activiteiten van de organisatie.
geldstroom: stromen waar geld naar de producent of consument naar toe gaan
primaire geldstroom: geldstroom die uit het primair proces vloeit zoals betalingen van loon en grondstoffen.
liquide middelen: bestaat uit kassaldo, saldi van de bankrekening.
kassaldo: al het saldo dat beschikbaar is in de kas.
Saldi van de bankrekening: dit is het saldo dat op de bankrekening staat. indien die in de min staat wordt dat gezien als rekening-courant, als het waren schuld staan.
vermogensmarkt: een markt waar een bedrijf beroep op kan doen indien hun uitgaven meer zijn dan hun inkomen. om toch positief te staan op hun boekhouding.
dividend: het dividend is de betaling van een onderneming aan haar aandeelhouders.
interest: de beloning van het verschaffen van het vreemd vermogen noemen we interest.
secundaire geldstromen: de ontvangst van eigen en/of vreemd vermogen en de betalingen van aflossingen , interest en dividend rekenen we tot de secundaire geldstroom.
valutarisico: het veranderen van de koers waardoor het positief of negatief kan uitpakken voor een bedrijf die internationaal zaken doet