Globalisering heeft de wereld sterk veranderd. Stilstand in alle macroregios heeft plaats gemaakt voor dynamiek. De onrust die is ontstaan in de rijke landen over het verdwijnen van de werkgelegenheid naar Oost-Azie of het tewerkstellen van Oost-Europeanen, zijn gevolgen van de economische veranderingen. De dynamiek heeft sterk te maken met de economische vervlechting in het huidige wereldsysteem. De economische samenhang valt samen te vatten in enkele punten:
Elk land heeft veel handelsrelaties. Dat komt doordat wereldwijd grondstoffen, halffabrikaten, eindproducten, hulpstoffen en energiebronnen worden uitgewisseld. Het aandeel van de Europese landen in de export en import van de hele wereld is hoog. De lidstaten van de EU handelen vooral onderling erg veel.
De samenhang is herkenbaar aan de conjunctuurschommelingen, dit zijn de op- en neergaande bewegingen van de economie binnen een periode van vijf tot tien jaar. Dit is vooral te merken aan het feit dat als de economie in grote productielanden slechter of beter wordt, de rest van de wereld ook te maken krijgt met een slechtere of betere economie. Behalve een schommeling in de conjunctuur kan ook een crisis in de financiele wereld problemen veroorzaken. De groei in de economie stagneert dan in de landen die met de crisis te maken krijgen.
Het hangt ook samen met het vestigingsgedrag van bedrijven. De ondernemers kunnen kiezen uit verschillende landen die niet alleen verschillen in ligging of natuurlijke hulpbronnen maar ze zijn ook anders in politiek en economisch opzicht. Het vestigingsklimaat kan veranderen, waardoor ondernemers andere vestigingsplaatsen gaan kiezen. Dit betekent dat in het ene gebied een afname komt van arbeidsplaatsen en inkomen en in het andere gebied juist een groei. Hierdoor verschuift het handelspatroon in de wereld ook.