Globalisatie en het (gedwongen) openstellen van de markt heeft ook gevolgen voor jeugd. De export uit ontwikkelingslanden zijn vooral grondstoffen. Deze grondstoffen leveren vooral werk op voor jonge vrouwen zonder kinderen. Ook kinderen kunnen werk vinden in de export sector; handwerk, landwerk. Of dit ook echt goed is voor kinderen is de vraag. De prijzen van grondstoffen kunnen sterk schommelen, dit leidt tot economische problemen in de landen, wat er op zijn beurt weer voor kan zorgen dat kinderen van school moeten, of slecht te eten krijgen. Deze negatieve effecten verdwijnen niet automatisch als de markt weer beter wordt. 
Buitenlandse bedrijven kunnen zich vestigen in ontwikkelingslanden en bijvoorbeeld de gezondheidszorg of de watervoorziening op zich nemen. Deze bedrijven zijn gericht op winst, en dit komt de bevolking niet ten goede --> ze kunnen dit niet betalen!