Gezondheid en gedrag


  • Gezondheidsgewoonten beïnvloeden het al dan niet ontwikkelen van fatale en chronische ziekten, zoals hartkwalen, kanker en AIDS. In de 60-er jaren was sterfte door hartkwalen, kanker en beroertes hoger dan nu (V.S.), maar ze staan nog steeds in de top-3. Nu is het aantal sterfgevallen door longkwalen wel aanzienlijk toegenomen. Levensstijlen, risicofactoren en gezondheid 

    Gezondheidsgedrag: iedere uitgevoerde activiteit om de gezondheid in stand te houden of te verbeteren, ongeacht de ervaren gezondheidstoestand en of het gedrag daadwerkelijk het doel bereikt.

    Gezondheidsbehoudend gedrag (‘well behavior’): activiteiten om de huidige goede gezondheid te behouden of te verbeteren: beweging, voeding, tandartsbezoek, vaccinaties. Dit gedrag hangt af van motivationele factoren vooral de perceptie van de bedreiging (is dit voor mij een bedreiging), de waardering van het gedrag in het voorkomen ervan en de aantrekkingskracht van het tegenovergestelde gedrag.

    Symptoomgedrag: activiteiten die zieke mensen ondernemen om het probleem vast te stellen en een remedie te vinden (wat heb ik en wat kan ik doen). Zoals, klagen, hulp en advies zoeken. Mensen zijn hier erg verschillend in: sommigen zijn bang voor artsen en de diagnose, anderen zijn onbezorgd over de symptomen en weer anderen hebben geen geld om hulp te zoeken.

    Ziekte-rolgedrag: gedrag van mensen die zich ziek voelen met het doel om beter te worden. Dit veronderstelt een nieuwe rol: voorschriften arts opvolgen, niet werken of naar school. Vaak worden voorschriften niet opgevolgd, bijvoorbeeld omdat het oncomfortabel is. Hoe mensen zich tijdens ziekte gedragen, leren ze bijvoorbeeld van hun ouders. Er zijn ook culturele verschillen in de mate van pijntolerantie.

    Rapporteer Plaats commentaar