Gezond voedsel bevat optimale hoeveelheden van alle essentiële voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft voor het metabolisme. Naast water bevat voeding de volgende vijf chemische componenten die voedingsstoffen leveren: (ONDERSTAANDE STAAT IN DIT BOEK, HET KLOPT NIET HELEMAAL, MAAR ZO WORDT HET GEVRAAGD)


  • Naast water bevat voeding vijf chemische componenten die voedingsstoffen leveren: 
    1) Koolhydraten: simpele en complexe suikers die energie verschaffen. Simpele suikers zijn glucose (dierlijke producten) en fructose (fruit en honing). Complexe suikers zijn sucrose (tafelsuiker), lactose (melkproducten) en zetmeel (veel planten).
    2) Vetten: Ook vetten zijn een belangrijke bron van energie. Het menselijk lichaam kan vet, in tegenstelling tot koolhydraten, bijna onbeperkt als lichaamsvet opslaan. Lipides zijn verzadigde en (meervoudig) onverzadigde vetten, en cholesterol. Onverzadigd = oké, verzadigd = Verkeerd. Verzadigd vet is meestal van dierlijke oorsprong (vlees, melk, boter) en is minder bevorderlijk voor de gezondheid. Voeding met een hoog gehalte aan verzadigd vet vergroot bijvoorbeeld de kans op hart- en vaatziekten. Onverzadigde vetten, en met name meervoudig onverzadigde vetten, zijn meestal van plantaardige oorsprong en hebben, zij het in beperkte mate, een gezondheidsbevorderend effect. 

    3) Eiwitten zijn een belangrijke bouwstof voor het lichaam en bestaan uit ketens van verschillende aminozuren. Een aantal van die aminozuren kan het lichaam zelf aanmaken maar de rest, de zogenaamde essentiële aminozuren, moeten via de voeding worden opgenomen. Dierlijke producten zoals vlees, vis en melk zijn de belangrijkste eiwitbronnen, maar er zijn ook plantaardige producten die rijk zijn aan eiwit.
    4) Vitaminen;organische chemicaliën die de stofwisseling en de functies van het lichaam reguleren. Ze zetten voedingsstoffen om in energie, produceren hormonen en breken afvalstoffen en gif af. Sommige vitamines zijn essentieel voor de verbranding van energie in het lichaam, andere voor het afweersysteem, voor de aanmaak van bloedcellen, enzovoorts. Vaak wordt een onderscheid gemaakt in enerzijds (in) wateroplosbare vitamines zoals vitamine C en de B-vitamines en anderzijds (in) vetoplosbare vitamines zoals vitamine A en D. Het lichaam kan vitamines (vooral de wateroplosbare) slechts in zeer beperkte mate opslaan, zodat de meeste vitamines regelmatig via de voeding moeten worden opgenomen. Groenten en fruit zijn een belangrijke bron van de meeste wateroplosbare vitamines. Vetoplosbare vitamines zitten vooral in dierlijke producten.5) Mineralen:Dit zijn anorganische stoffen die zeer verschillende functies in het lichaam hebben. Het mineraal calcium is bijvoorbeeld een belangrijke bouwstof voor de beenderen. IJzer is een essentieel onderdeel van rode bloedlichaampjes en daarmee belangrijk voor het zuurstoftransport door het bloed. Mineralen komen in meer of mindere mate voor in een groot aantal voedingsmiddelen. Melkproducten zijn bijvoorbeeld de belangrijkste bron van calcium. IJzer zit in vlees, maar bijvoorbeeld ook in bladgroenten..

    Rapporteer Plaats commentaar